Vergroen uw omgeving met Steenbreek

De bodem is misschien wel het belangrijkste onderdeel van uw tuin. De kans is groot dat wanneer u tegels uit uw tuin haalt, er een laag zand onder ligt. Dit is niet geschikt voor planten. Spit daarom de zanderige toplaag goed door met de zwarte grond die eronder ligt. Meng tijdens het spitten ook wat compost door het zand heen. Hierdoor zullen de planten beter overleven, groeien en minder water nodig hebben. U kunt ook zelf compost maken van oud tuin- en keukenafval. Hier zitten veel belangrijke mineralen en bacteriën in. Ook in de borders (vakken met beplanting) kunt u blad en snoeiafval laten liggen. Zo maakt u een mulchlaag tussen de planten. Dit zorgt ervoor dat onkruid minder snel groeit en dat vocht minder snel verdampt. Op die manier hoeft u minder onkruid te wieden en water te geven.

Of u nu een grote of kleine tuin hebt, voor beide is het mogelijk om meer dieren in uw tuin te verwelkomen. Plaats bijvoorbeeld een vogelhuisje, vleermuis- of vlinderkast of bijen- en insectenhotel in uw tuin. De tuin hoeft ook niet al te netjes te zijn. U kunt blaadjes en afgestorven plantenresten laten liggen. Dieren halen hier voedsel uit of kiezen het als plekje om te schuilen. Ook helpt het om met gesnoeide takken een takkenril te maken. Dit vinden vooral egels een ideale schuilplek. Een klein waterelement doet wonderen en zorgt al snel voor libellen in de tuin, ook kunnen vogels en insecten daar water drinken.

Van alle planten vangen bomen het meeste fijnstof (CO₂) op. Daarnaast zorgen ze voor schaduw, verkoeling en geeft een boom wat meer privacy. Hoe groter de boom, hoe minder fijnstof in de lucht en hoe beter dit is voor het klimaat. Niet alle tuinen hebben ruimte voor een grote boom. Overweeg in dat geval eens om een zuilvormige boom te planten. Deze zijn vaak dicht vertakt en bieden wel schaduw, maar niet te veel. Goede voorbeelden zijn het zuilvormige krentenboompje, de zuilvormige amberboom of de smalle opgaande Japanse sierkers.

Met een regenton in uw tuin kunt u zelf regenwater opvangen. Zo heeft u altijd een voorraad water voor uw (tuin)planten als het even niet regent. Regenwater is beter voor planten dan kraanwater. In regenwater zit namelijk minder kalk en mineralen. Om die reden is regenwater ook zeer geschikt voor bijvoorbeeld ramenlappen, omdat het minder strepen achterlaat. Bovendien komt het schone regenwater dat u opvangt niet extra in het riool terecht. Zo wordt het riool (tijdens heftige regen) ontzien en hoeft het niet onnodig gezuiverd te worden.

Bodembedekkers zijn lage planten die groeien in de breedte. Ze nemen daardoor een groot deel van de oppervlakte van de tuin in beslag. Deze planten bloeien over het algemeen jaren achter elkaar. U heeft er niet veel werk aan. Ze zijn daarom ideaal voor een groene, onderhoudsvriendelijke tuin. Een voorbeeld is de kruiptijm, loopkamille of bonte salie. Kies ook voor vaste planten in plaats van eenjarige planten. Vaste planten komen ieder voorjaar weer op waardoor u niet steeds nieuwe planten hoeft te kopen. Een bijkomend voordeel is dat de bodem hierdoor minder snel uitdroogt, waardoor u minder water hoeft te geven.

Ondanks dat een groene tuin makkelijk is in onderhoud, vergt het nog wel wat aandacht. Houdt daarom uw tuin regelmatig bij, zodat het werk te overzien is. Geef water als dit nodig is en verwijder onkruid zodra het verschijnt. Als u dat in het begin goed bijhoudt, scheelt dat een hoop werk in de toekomst. Daar zal u uzelf later dankbaar voor zijn.

Een sedum oftewel groen dak is een mooi gezicht en heeft nog meer voordelen. Zo gaat u dak langer mee, bent u beter geïsoleerd en beschermd tegen slechte weersomstandigheden, draagt u bij aan een gezonde leefomgeving en helpt u de biodiversiteit een handje. U kunt een groen dak op uw huis aanleggen, maar ook op een schuur, overkapping of garage

Op veel plekken stroomt hemelwater (regen) via de dakgoot en regenpijp rechtstreeks het riool in. Dat is jammer, want dit relatief schone water kan net zo goed de grond in zakken. Het scheiden van regenwater en het rioolstelsel wordt ook wel afkoppelen genoemd. Afkoppelen is beter voor het milieu. Bij heftige regenbuien wordt het riool minder (over)belast en hoeft het water niet onnodig gezuiverd te worden. Zuiveringsinstallaties presteren beter als het afvalwater minder verdund is door regenwater. Het principe is eenvoudig: de regenpijp afzagen, afdoppen en zorgen dat het regenwater in de bodem kan zakken, bijvoorbeeld door de aanleg van een gootje, vijver of droge, verlaagde plek in de tuin. Ook kan de regenpijp worden aangesloten op een regenton of in sommige gevallen op het hemelwaterriool.